Deze vragen zijn gesteld door bewoners en belangstellenden over de dijkversterking Neder-Betuwe tijdens de informatiebijeenkomst voor op 17 september 2018 in het Dorpshuis in Ochten.
1. De volgorde van de alternatieven (A t/m F), zegt dat iets over de voorkeur van het Waterschap?
2. Hoe kan het dat er onaangekondigd metingen op mijn perceel zijn gedaan?
3. Hoe hoog gaat de dijk worden?
4. Klopt het dat de dijk zo recht mogelijk moet worden tijdens de versterking?
5. Hoe komen we tot het voorkeursalternatief?
6. Als er van een alternatief een factsheet is, wat betekent dat?
7. Hoe ziet de bestuurlijke besluitvorming eruit?
8. De firma Dekker heeft plannen in de uitwaarden, wat is de rol van het WSRL daarin?
9. Wanneer start het werk?
10. Is de huidige situatie terug te vinden als de kansrijke alternatieven op het platform worden gepresenteerd?
11. Wat is piping en is dat hier ook aan de hand?
12. Jullie werken van grof naar fijn. Hoeveel ruimte is er voor de persoonlijke belangen?
13. Mogen de bewoners specialisten inhuren op kosten van het waterschap?
14. Is het waterschap in gesprek met de gemeente over de verkeersveiligheid op de dijk?
15. Kan de strang bij Dodewaard worden verdiept binnen de plannen van de dijkversterking, zodat het probleem van vissterfte wordt voorkomen?
1. De volgorde van de alternatieven (A t/m F), zegt dat iets over de voorkeur van het Waterschap?
Nee, dat is niet het geval. Wel is het zo dat het Waterschap een voorkeur heeft voor een versterking in grond. En om negatieve effecten op de rivier en de natuur te voorkomen versterken we een dijk ook liever aan de binnenzijde. Maar om een goede afweging tot één voorkeursalternatief te kunnen maken, willen we eerst alle effecten in beeld hebben. Dat maakt het mogelijk om op alle dijktrajecten een goede totaal afweging te maken.
2. Hoe kan het dat er onaangekondigd metingen op mijn perceel zijn gedaan?
Dat is niet volgens de afspraak met het onderzoeksbureau. Als we op uw perceel metingen laten doen, dan wordt u daarover vooraf geïnformeerd en maken we afspraken.
3. Hoe hoog gaat de dijk worden?
Dit verschilt per dijkvak. Hiervoor zijn berekeningen uitgevoerd. In de technische dwarsprofielen van de kansrijke alternatieven kunt u de aanleghoogte teruglezen. Wij kijken graag met u mee om deze vraag voor uw dijkvak te beantwoorden.
4. Klopt het dat de dijk zo recht mogelijk moet worden tijdens de versterking?
Nee, dat is niet juist. We hebben een Ruimtelijk Kwaliteitskader vastgesteld waarin staat welke kwaliteiten we willen behouden. Een kronkelende dijk past juist goed in het rivierenlandschap en hebben we vastgelegd als te behouden kwaliteit.
5. Hoe komen we tot het voorkeursalternatief?
Aan de hand van de mogelijke alternatieven per dijktraject, zijn zes onderscheidende kansrijke alternatieven uitgewerkt. Drie gericht op behoud en drie gericht op inpassing. Deze zes worden onderzocht op de effecten uit het beoordelingskader.
Vanaf begin oktober staan de kansrijke alternatieven in 3D op het platform. Niet alle alternatieven zijn op elk dijktraject toepasbaar. Tijdens een aantal inloopbijeenkomsten wordt aan dijkbewoners een toelichting gegeven over de nog kansrijke alternatieven binnen hun dijktraject.
Eind oktober* hebben we ook de effecten per alternatief in beeld. Deze plaatsen we dan ook op het platform. Op dat moment kan iedereen tot 5 november zijn of haar waardering kenbaar maken.
*De effectrapportage is vertraagd en daarmee de mogelijkheid om de waardering kenbaar te maken. Lees meer
De scores uit de omgeving en de effectbeoordeling zijn belangrijke informatie voor besluitvorming. De bestuurlijke begeleidingsgroep zal beide gebruiken om gezamenlijk tot het voorkeursalternatief te komen. Het Dagelijks Bestuur van het Waterschap stelt het voorkeursalternatief tweede kwartaal 2019 vast.
6. Als er van een alternatief een factsheet is, wat betekent dat?
Per dijkvak hebben we een factsheet opgesteld. Hierop wordt duidelijk welke oplossing wel of niet zijn. Op basis van deze eerste grovere beoordeling hebben we het kaf van het koren gescheiden. Zo werken we enkel de alternatieven verder uit die per dijktraject kansrijk zijn.
7. Hoe ziet de bestuurlijke besluitvorming eruit?
In een verkenning wordt een voorkeursalternatief (VKA) vastgesteld. Dit is een belangrijke stap omdat dan duidelijk wordt op welke wijze de dijk wordt versterkt. Het voorkeursalternatief wordt in een aantal overlegrondes tussen betrokken overheden samengesteld. Zij doen dit op basis van de onderzoeken en de informatie die vanuit de omgeving wordt ingebracht. Het dagelijks bestuur van het Waterschap stelt uiteindelijk het voorkeursalternatief vast.
8. De firma Dekker heeft plannen in de uitwaarden, wat is de rol van het WSRL daarin?
Het Waterschap is binnen dit plan geen initiatiefnemer. Het Waterschap is wel bevoegd gezag en heeft daarom een toetsende rol. Het is wel zo dat er raakvlakken met de dijkversterking zijn. Daarom vinden wij het belangrijk om afstemming te zoeken met deze plannen.
9. Wanneer start het werk?
Zodra alle procedures achter de rug zijn en de vergunningen verleend, dat is naar verwachting in 2021. De werkzaamheden duren zo’n 3 tot 4 jaar.
10. Is de huidige situatie terug te vinden als de kansrijke alternatieven op het platform worden gepresenteerd?
Ja, de huidige situatie is straks te zien in de dwarsprofielen.
11. Wat is piping en is dat hier ook aan de hand?
De dijk is inderdaad afgekeurd op piping dat is één van de redenen om de dijk te versterken.
Bij hogere waterstanden in de rivier loopt kwelwater onder de dijk door. Op het moment dat dit water ook het zand uit de dijk meeneemt verzwakt de dijk. Dit noemen we piping. Het probleem van piping kunnen we oplossen met grond of constructieve voorzieningen.
12. Jullie werken van grof naar fijn. Hoeveel ruimte is er voor de persoonlijke belangen?
Bij het werken van grof naar fijn is er de meeste ruimte om belangen uit de omgeving mee te wegen. Op verschillende manieren kunt u als bewoner uw persoonlijke belangen kenbaar maken. Per fase worden de relevante belangen afgewogen. Dus ook eventuele persoonlijke belangen.
13. Mogen de bewoners specialisten inhuren op kosten van het waterschap?
In sommige gevallen is dat inderdaad mogelijk, bijvoorbeeld voor deskundige bijstand bij grondverwerving. Maar daar zijn vanuit redelijkheid en billijkheid wel voorwaarden aan verbonden. Neem daarom altijd van te voren contact op met Waterschap Rivierenland. Dit is echter nu nog niet aan de orde. Zodra het voorkeursalternatief bekend is gaan we daarover met belanghebbenden over communiceren.
14. Is het waterschap in gesprek met de gemeente over de verkeersveiligheid op de dijk?
Ja, de gemeente Neder-Betuwe is zowel ambtelijk als bestuurlijk betrokken bij de dijkversterking. Verkeersveiligheid een belangrijk aspect bij het ontwerpen van een nieuwe dijk. In de plannen hebben we hier veel aandacht voor.
15. Kan de strang bij Dodewaard worden verdiept binnen de plannen van de dijkversterking, zodat het probleem van vissterfte wordt voorkomen?
Binnen de dijkversterking is het hoofddoel om de dijk tijdig te laten voldoen aan de landelijke norm voor waterveiligheid. Hoewel we daarbij uitgaan van behoud van de huidige kwaliteit kijken we wel naar kansen om andere doelen mee te koppelen. Indien de strang bijvoorbeeld door een buitendijkse versterking moet worden verlegd, kan deze op de nieuwe plaats weer op diepte worden aangelegd, en kunnen nieuwe afspraken worden gemaakt over het beheer.