Denk aan de bomen die er staan, de struiken, het gras, de bloemen. Er vliegen vogels, insecten, vleermuizen. Er lopen muizen, hazen, vossen. En ook onder de grond leeft van alles; wormen, schimmels. Het uitvoeren van een dijkversterking heeft invloed op hun leefomgeving, hun voedselgebied en hun holen. Bomen moeten soms worden gekapt om ruimte te maken voor de aanleg van de dijk. Het groen op de dijk moet wijken voor machines en extra grond. Door een zorgvuldige aanpak wordt het gevolg van de dijkversterking voor de biodiversiteit (de vele soorten dieren en planten) rondom de dijk beperkt. Daarbij zorgen we ervoor dat de omgeving zo heringericht wordt dat het aantal soorten planten en dieren stijgt.
Werken in beschermde gebieden
“Bij alles wat het waterschap doet, moet ze natuurlijk voldoen aan de eisen die de wet stelt”, legt Arend de Wilde, adviseur ecologie bij ingenieursbureau RHDHV, uit. “Tijdens deze dijkversterking wordt gewerkt aan en in de randen van een Natura2000-gebied en in gebied van het Gelders Natuurnetwerk. Ook hebben we hier te maken met beschermde planten- en diersoorten. Door onderzoek gaan we na welke soorten planten en dieren er langs de dijk leven. We beoordelen of en hoe ons werk effect heeft op de (beschermde) soorten en de gebieden. Daar waar je mogelijk inbreuk gaat maken op deze gebieden en soorten moet je dat proberen te voorkomen, te beperken of compenseren.”
Voorkomen, beperken of compenseren
Arend: “Eerst kijken we hoe we de gevolgen voor de planten en dieren zoveel mogelijk kunnen voorkomen of beperken. Bijvoorbeeld door het opnieuw gebruiken van de bovenste grondlaag van de dijk. Zo bewaren we alle soorten schimmels, insectjes, eitjes, zaden die in die laag zitten. In Dodewaard bewoont een vleermuis een oud schuurtje. Het schuurtje wordt gesloopt. Binnen het woongebied van deze vleermuis hangen we daarom verschillende vleermuiskasten op. En als de situatie het vraagt compenseren we. Bijvoorbeeld bij de kap van bomen. Deze planten we als dat past na al het werk terug. Past dat niet? Dan compenseren we op een andere plek.”
Mooie bijdrage aan groei plant- en diersoorten
“Het aantal soorten planten en dieren op en rondom de dijk wordt na de dijkversterking groter. Daar zorgt het waterschap voor. De dijk zaaien we in met een gras-kruidenmengsel met soorten die hier echt thuishoren. Dat geeft een sterke en dichte laag. Zo beschermen we de dijk tegen erosie.
Onderaan de dijk en langs sloten maken we een leefgebied voor vogels, amfibieën. We bieden beschutting aan andere diersoorten. Ook pakken we kansen. Zo herstellen we oude ‘wielen’, diepe waterpoelen, die dichtgegroeid zijn. Deze vormen een mooie leefplek voor vissen, dieren en planten. De oeverrand is geschikt voor insecten, libellen, kikkers. Ook broeden hier verschillende vogelsoorten.”
De dijk als levend lint
“Hoe groter de afwisseling aan planten, hoe groter de afwisseling aan dieren. Voor groei van het aantal soorten planten en dieren is een flink oppervlak nodig. De dijk en haar bermen bieden daarvoor de ruimte”, legt Arend uit. “Zo zorgen we ervoor dat we het gebied rijker achterlaten dan het nu is. Uiteindelijk wordt de dijk een levend lint door het landschap.” Nieuwsgierig naar wat er allemaal gaat gebeuren op dit vlak? Begin november kan iedereen het ontwerp-biodiversiteitsplan inzien en kan erop gereageerd worden.